Motiveringsnota voor Brusselse bijzondere bestemmingsplannen
Omgevingsrecht
10 januari 2011
Contact
Elke gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neemt hetzij uit eigen beweging hetzij binnen een door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering opgelegde termijn bijzondere bestemmingsplannen aan. Het bijzonder bestemmingsplan geeft een nadere omschrijving van het gewestelijk bestemmingsplan, gaat uit van de richtsnoeren van het gemeentelijk ontwikkelingsplan en vult ze aan. Het vermeldt onder meer voor het gedeelte van het gemeentelijk grondgebied dat het bestrijkt:
- De bestaande rechts- en feitelijke toestand;
- De gedetailleerde bestemming van de verschillende gebieden en de voorschriften die erop betrekking hebben;
- De voorschriften met betrekking tot de plaatsing en de omvang van de bouwwerken;
- De voorschriften inzake de esthetische aard van de bouwwerken en hun omgeving;
- Het tracé en de maatregelen van aanleg van de verkeerswegen en de voorschriften die erop betrekking hebben.
Wanneer het bijzonder bestemmingsplan of de herziening ervan geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu hebben, vraagt het college van burgemeester en schepenen het advies van het Bestuur en het Brussels Instituut voor Milieubeheer. Bij die adviesaanvraag dient een verklarend dossier en een motiveringsnota te worden gevoegd die de afwezigheid van aanzienlijke effecten op het leefmilieu aantoont. Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 december 2010 betreffende de inhoud van het dossier dat dient te worden ingediend door het college van burgemeester en schepenen in toepassing van artikel 44 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening voegt hieraan toe dat de motiveringsnota dient te steunen op de volgende elementen :
- De beschrijving van de hoofdlijnen van het ontwerp en de nagestreefde doelstellingen;
- De perimeter van het ontwerpplan;
- Een luchtfoto;
- De foto's van de site en de omgeving;
- De bestemmingen van het gewestelijk bestemmingsplan;
De relevante elementen van de bestaande rechtstoestand (beschermde monumenten en landschappen, wijkcontracten, perceelsgrenzen, …); De relevante elementen van de bestaande feitelijke toestand (toponymie, morfologie van de wijk, typologie van de bouwwerken en de landschappelijke kwaliteiten, milieuaspecten). De adviezen van het Bestuur en het Brussels Instituut voor Milieubeheer worden vervolgens binnen de dertig dagen aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt. Bij ontstentenis worden ze geacht gunstig te zijn. Op basis van de adviezen bepaalt de gemeenteraad of het ontwerpplan al dan niet het voorwerp moet uitmaken van een milieueffectenrapport. Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 december 2010 is in werking getreden op 1 januari 2011.