sr.search

Witwaspreventie en identificatieplicht

Advocaten zijn voor bepaalde activiteiten onderworpen aan de Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Deze wet beoogt het witwassen en de financiering van terrorisme tegen te gaan en legt met dat doel aan advocaten een aantal dwingende verplichtingen op. De niet-naleving van deze verplichtingen kan worden bestraft met administratieve geldboetes en tuchtsancties. Ons kantoor hecht er aldus veel belang aan dat haar advocaten hun verplichtingen stipt naleven.

Vooreerst zijn onze advocaten er voor bepaalde activiteiten toe gehouden onze cliënten te identificeren en een aantal stukken ter staving van die identiteit op te vragen en te bewaren. Onze advocaten zijn voor deze activiteiten ook gehouden tot een doorlopende waakzaamheid. Tijdens de duur van de cliëntrelatie zijn ze daarom soms verplicht om bijkomende informatie op te vragen. Deze informatie- en waakzaamheidsverplichting hebben wij niet alleen met betrekking tot onze cliënten (natuurlijke en rechtspersonen), maar ook met betrekking tot hun lasthebbers, zoals de bestuurders van vennootschappen, en hun uiteindelijke begunstigden (“UBO’s”).

Wanneer de advocaten bij de uitoefening van de door de wet beoogde activiteiten feiten vaststellen waarvan zij weten of vermoeden dat ze verband houden met het witwassen van geld of met de financiering van terrorisme, moeten zij dit onmiddellijk melden aan hun stafhouder. Dergelijke melding gebeurt niet wanneer hun werkzaamheden strekken tot het bepalen van de rechtspositie van hun cliënt of tot de verdediging of vertegenwoordiging van hun cliënt in (verband met) een rechtsgeding. De stafhouder zal beslissen of hij de ontvangen informatie al dan niet doorgeeft aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking.

Deze verplichtingen doen uiteraard geen afbreuk aan het beroepsgeheim dat de relatie tussen de cliënt en zijn advocaat blijft kenmerken.