Grondwettelijk Hof vernietigt belasting op de omzetting van aandelen aan toonder

Het Grondwettelijk Hof heeft recent de belasting op de omzetting van effecten aan toonder vernietigd (arrest van 5 februari 2015). Zoals we schreven in onze nieuwsbrief van 21 november 2014 oordeelde het Hof van Justitie reeds dat een belasting op de omzetting van effecten aan toonder in strijd is met Europese wetgeving (arrest van 9 oktober 2014). Het Hof van Justitie sprak zich hierover uit als gevolg van een prejudiciële vraag van het Grondwettelijk Hof. Deze laatste volgt in haar arrest dan ook zoals verwacht het oordeel van het Hof van Justitie.

Ondanks het feit dat deze belasting door het arrest van het Hof van Justitie al grotendeels buiten werking is gesteld, is het arrest van het Grondwettelijk Hof noemenswaardig. Zo zullen voortaan alle belastingplichtigen die de belasting betaald hebben, deze kunnen terugvorderen, evenwel steeds binnen de daartoe voorziene termijnen. Belastingplichtigen die in 2013 en in het laatste deel van 2012 de belasting hadden betaald, konden reeds hun belasting terugvorderen na het arrest van het Hof van Justitie. Belastingplichtigen die niet meer binnen de termijn van twee jaar vanaf de dag waarop de rechtsvordering is ontstaan vielen, moesten wachten op het arrest van Grondwettelijk Hof (zie art. 202/8 van het Wetboek Diverse Rechten en Taksen).

Algemeen zijn het enkel de belastingplichtigen die de belasting zullen kunnen terugvorderen, met name de financiële instellingen (voor effecten ingeschreven als gedematerialiseerde effecten) en de uitgevende vennootschappen zelf (voor effecten op naam). Houders van effecten aan wie de belasting is doorgerekend kunnen niet zelf de belasting terugvorderen. Zij kunnen mogelijk de financiële instelling of uitgevende vennootschap van de effecten contacteren om te trachten om een regeling uit te werken.

Voor meer info over dit specifieke onderwerp, kan u  Wout De Cock (de auteur) en Gwen Bevers (celhoofd) raadplegen.