sr.search

De aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen – Wat brengt boek 6 BW?

Vennootschapsrecht

Het nieuwe boek 6 BW regelt de buitencontractuele aansprakelijkheid en kadert in de ruimere hervorming van het burgerlijk wetboek. Een belangrijke hervorming is de afschaffing van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent. Dit kwam reeds aan bod in onze nieuwsbrief van 5 februari 2024 die hier te vinden is. De draagwijdte van deze hervorming is veel ruimer dan het klassieke voorbeeld van de onderaannemer die voortaan op buitencontractuele basis kan worden aangesproken door de bouwheer. Er zijn ook zeer verregaande gevolgen voor de aansprakelijkheid van bestuurders van rechtspersonen. In deze nieuwsbrief gaan we hierop in.

26 februari 2024


Contact

1.   Algemeen

 Een rechtspersoon kan zelf geen rechtshandelingen stellen en zal steeds beroep moeten doen op vertegenwoordigers om haar verbintenissen uit te voeren. Heel vaak zijn het de bestuurders die deze rol vervullen. Op dat moment treden deze bestuurders op als uitvoeringsagent.

 

Tot op heden kunnen contractanten van de vennootschap zich niet rechtstreeks tot deze bestuurders wenden, wanneer deze fouten begaan bij de uitvoering van het contract en zo schade veroorzaken. Bestuurders genieten namelijk (voorlopig nog) van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent.

 

Daar komt binnenkort echter verandering in wanneer boek 6 BW in werking treedt. Dan zal een buitencontractuele vordering op de bestuurders mogelijk worden.

 

2.   Verweermiddelen van een bestuurder

Artikel 6.3, §2 BW voorziet enkele verweermiddelen voor de uitvoeringsagent, nl. de verweermiddelen uit het contract, uit bijzondere wetgeving van toepassing op het contract en de bijzondere verjaringsregels voor dat contract. Deze verweermiddelen kunnen gezocht worden zowel in de contractuele relatie tussen de schuldeiser en de vennootschap als in de relatie tussen de bestuurder en de vennootschap. Als de bestuurder echter een opzettelijke fout maakt of schade veroorzaakt aan de fysieke of psychische integriteit van de schuldeiser, kan hij deze verweermiddelen niet inroepen.

 

De aansprakelijkheid van de bestuurder t.a.v. de vennootschap is in principe contractueel. Specifiek is dat het "contract" tussen bestuurder en vennootschap in grote mate beheerst wordt door het vennootschapsrecht. Aangezien artikel 6.3 BW aangeeft dat de uitvoeringsagent verweermiddelen kan halen uit de bijzondere wetgeving van toepassing op haar contract met haar opdrachtgever, kan een bestuurder o.m. de bepalingen van het WVV inroepen tegen de medecontractant van de vennootschap.

 

Een belangrijk verweermiddel uit het WVV is de aansprakelijkheidsbeperking uit artikel 2:57 WVV. Dit artikel legt de maximumbedragen vast waartoe bestuurders gehouden zijn bij eender welke aansprakelijkheid. De maxima variëren van 125.000,00 EUR tot 12 miljoen EUR afhankelijk van de grootte van de bestuurde vennootschap. Deze aansprakelijkheidsbeperking geldt t.a.v. de vennootschap en derden en zowel bij contractuele als buitencontractuele aansprakelijkheid. Ze is echter niet van toepassing in geval van zware fout of opzet en ook niet bij een lichte fout die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. De aansprakelijkheid is m.a.w. enkel geplafonneerd bij toevallige lichte fouten, waardoor deze bescherming vrij beperkt is.

 

Het WVV laat niet toe dat de aansprakelijkheid van de bestuurder nog verder beperkt wordt dan deze bedragen. Verregaandere afspraken in de statuten of in een bestuurdersovereenkomst zijn nietig.

 

Het is onduidelijk of en in welke mate een bestuurder die buitencontractueel wordt aangesproken, zich kan beroepen op een eventuele kwijting die hem werd verleend tijdens de jaarvergadering en die per hypothese betrekking heeft op de handelingen waarop de aansprakelijkheidsvordering is gestoeld. In principe heeft de kwijting enkel betrekking op de contractuele aansprakelijkheid van de bestuurder t.a.v. de vennootschap voor de uitoefening van zijn bestuurstaken. Derden zijn daar logischerwijze vreemd aan. Artikel 6.3, §2 BW betrekt echter uitdrukkelijk de verweermiddelen uit de verschillende contractuele relaties bij deze buitencontractuele aansprakelijkheid. De praktijk zal moeten uitwijzen wat de "externe” waarde van een kwijting is.

 

3.   Conclusies

In essentie vergroten vooral de kandidaat-begunstigden die zich op de bestuursaansprakelijkheid kunnen beroepen. Onder toepassing van de quasi-immuniteit was dit veelal beperkt tot de vennootschap (en eerder uitzondering: bepaalde minderheidsaandeelhouders met een voldoende grote participatie). Volgens boek 6 van het BW, zal deze mogelijkheid ook open komen te staan voor elke contractspartij / schuldeiser van de vennootschap. Daarmee verschuift het risico van insolventie van de vennootschap van schuldeisers richting bestuurders. Momenteel krijgen veel schuldeisers nauwelijks of geen vergoeding als de vennootschap failliet gaat voordat hun vordering betaald of hun schade vergoed werd (abstractie makend van eventuele zekerheden of voorrechten). Daardoor zal de failliete vennootschap ook niet steeds haar bestuurders aansprakelijk stellen. Onder het nieuwe systeem, zal de schuldeiser van de vennootschap zich echter rechtstreeks tot de bestuurder kunnen wenden in deze situatie.

 

Verder is het afwachten in hoeverre de aansprakelijkheidsregels tussen de bestuurder en de vennootschap werkelijk zullen doorwerken tussen de bestuurder en de schuldeiser van de vennootschap. Om nu toch al enige zekerheid in te bouwen, is het belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de aansprakelijkheidsregeling in de hoofdovereenkomst tussen de vennootschap en haar schuldeiser. Artikel 6.1 BW bepaalt dat deze regels van aanvullend recht zijn, waardoor de rechtstreekse buitencontractuele aansprakelijkheid van de uitvoeringsagent uitgesloten kan worden. Als alternatief voor een volledige uitsluiting kan er ook aan gedacht worden om aansprakelijkheidsbeperkingen op te nemen ten voordele van de bestuurder. Daarnaast blijkt nog maar eens het belang van een goede aansprakelijkheidsverzekering.

 

Heeft u vragen over uw bestuursaansprakelijkheid, aarzel niet om contact op te nemen met Sam Ledent, Joost van Riel of Eline Vorlat van het team ondernemingsrecht.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer