sr.search

Vlaamse taalwetgeving in strijd met het vrij verkeer van werknemers

Arbeidsrecht

29 april 2013


Contact

In een recent arrest van 16 april 2013 moest het Europese Hof van Justitie zich uitspreken over de geldigheid van de Vlaamse taalwetgeving ten aanzien van het vrij verkeer van werknemers. De zaak betrof het ontslag van een in Nederland wonende werknemer door zijn in Antwerpen gevestigde werkgever, die deel uitmaakt van een multinationale groep. De arbeidsovereenkomst van deze werknemer bevatte een clausule over de duur van de opzeggingstermijn, maar was enkel in het Engels opgesteld. De werknemer argumenteerde dat deze arbeidsovereenkomst absoluut nietig was gelet op het Vlaams Taaldecreet van 19 juli 1973, en dat hij bijgevolg een hogere opzeggingsvergoeding kon eisen van zijn werkgever. De werkgever voerde echter aan dat het Vlaams Taaldecreet niet kon worden toegepast aangezien deze een belemmering vormt voor het vrij verkeer van werknemers, zoals gewaarborgd door artikel 45 van het Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Bovendien vertegenwoordigde de arbeidsovereenkomst de wil van de beide partijen, in een taal die door ieder van hen begrepen werd en was de directeur die de overeenkomst ondertekende voor de werkgever een Nederlands onkundige Singaporees. Volgens het Europese Hof van Justitie kunnen de beperkingen van het Nederlands Taaldecreet inderdaad een afschrikkende werking hebben voor uit andere lidstaten afkomstige niet-Nederlandstalige werknemers en werkgevers en vormen zij dus een beperking van het vrije verkeer van werknemers. De Belgische regering argumenteerde onder meer dat de taalwetgeving gerechtvaardigd is om het gebruik van de officiële talen van België te bevorderen en te stimuleren, om de werknemers te beschermen door hen in hun eigen taal kennis te laten nemen van de sociale documenten en om de doeltreffendheid van de controle door de sociale inspectie te waarborgen. Het Hof oordeelde echter dat de nietigheidssanctie van het Taaldecreet onevenredig is met deze doelstellingen. Volgens het Hof zou een regeling die, naast het gebruik van de officiële taal, ook de mogelijkheid zou voorzien om voor arbeidsovereenkomsten met een grensoverschrijdend karakter een rechtsgeldige versie op te stellen in een door alle partijen begrepen taal, minder ingrijpen in het vrije verkeer van werknemers, maar toch ook geschikt zijn om de doelstellingen van de regeling te waarborgen. Conclusie: het Vlaams Taaldecreet is in strijd met de Europese regelgeving inzake het vrij verkeer van werknemers en zal bijgevolg door de Vlaamse wetgever moeten worden herzien. Hetzelfde geldt voor de Waalse taalreglementering, die in een gelijkaardige nietigheidssanctie voorziet. In Brussel is geen nietigheidssanctie van toepassing.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer