sr.search

Update interestvoet wet betalingsachterstand handelstransacties en wettelijke interestvoet

Handelsrecht

Met ingang van het nieuwe jaar worden ook de interestvoeten die in een gerechtelijke context het vaakst worden toegepast, herzien.

06 februari 2024


Contact

De interestvoet overeenkomstig de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties (de zgn. Wet Betalingsachterstand Handelstransacties) geldt in transacties tussen ondernemingen, ingeval er contractueel geen interestvoet werd overeengekomen. Deze interestvoet wordt elk semester herzien en vervolgens in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Na enkele jaren stabiel te blijven op 8%[1], steeg de interestvoet voor het eerste semester van 2023 naar 10,5%. Voor het tweede semester van 2023 was de interestvoet overeenkomstig de Wet Betalingsachterstand Handelstransacties gelijk aan 12%. Voor het eerste semester van 2024 stijgt de interestvoet verder naar 12,5%.[2]

 

Ook de "gewone" wettelijke interestvoet, die o.a. wordt toegepast in burgerlijke zaken en in transacties ten aanzien van consumenten, blijft stijgen. Anders dan de interestvoet overeenkomstig de Wet Betalingsachterstand Handelstransacties, wordt de wettelijke interestvoet op jaarbasis bepaald en gepubliceerd. Voor het jaar 2023 was de wettelijke interestvoet gelijk aan 5,25%. Voor het jaar 2024 stijgt deze interestvoet naar 5,75%.[3]

 

In transacties tussen een onderneming enerzijds en een consument anderzijds geldt in principe de "gewone" wettelijke interestvoet. Recent is echter ook in deze context de interestvoet die geldt met toepassing van de Wet Betalingsachterstand Handelstransacties relevant geworden. Indien de onderneming een andere interestvoet oplegt aan de consument dan de wettelijke interestvoet (bv. in diens algemene voorwaarden), mag deze interestvoet immers in géén geval hoger zijn dan de interestvoet die geldt met toepassing van de Wet Betalingsachterstand Handelstransacties (zie hierboven, voor het eerste semester van 2024 gelijk aan 12,5%). Deze dwingende maximumgrens wordt opgelegd door het nieuw boek XIX "Schulden van de consument" van het Wetboek van economisch recht, waarover u hier meer kan lezen. Wordt er contractueel toch een hogere interestvoet bepaald of opgelegd, dan zal deze niet geldig zijn. De onderneming heeft dan enkel nog recht op de "gewone" wettelijke interestvoet. Ook sancties zijn mogelijk.

 

De nieuwe interestvoeten moeten nog worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Indien u bijkomende vragen heeft over dit onderwerp, kan u steeds contact opnemen met de auteurs van deze nieuwsbrief.



[1] Voor beide semesters van 2017, 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 was de interestvoet overeenkomstig de Wet Betalingsachterstand Handelstransacties telkens gelijk aan 8%.

[2] Informatienota van de FOD Financiën, nog te verschijnen in het Belgisch Staatsblad, in uitvoering van art. 5 Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.

[3] Informatienota van de FOD Financiën, nog te verschijnen in het Belgisch Staatsblad, in uitvoering van art. 2, § 1 Wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer