sr.search

Retourverzendregelingen: “bezint eer ge begint” - Verkopers die een retourverzendregeling aanbieden, dragen daarvan in principe het risico.

Distributierecht & Marktpraktijken

Consumenten genieten bij verkopen op afstand, zoals online aankopen, van een wettelijk herroepingsrecht.[1] In de praktijk doen er zich evenwel meer dan eens problemen voor bij de terugzending van de goederen. Retourzendingen komen niet, leeg of beschadigd aan. Over de vraag wie dan het financiële risico draagt, is geen eensgezindheid. Een recent vonnis van de Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen[2] schept duidelijkheid: verkopers die een retourverzendregeling aanbieden, dragen in principe het financiële risico van die retourzending.

05 april 2024


Contact

1.- E-commerce is en blijft ontzettend populair. We vinden steeds vaker onze weg naar online webshops, (vaak) goed wetende dat we een deel van de aankopen zullen terugsturen. Het herroepingsrecht verleent aan consumenten immers het recht om binnen de 14 dagen – zonder opgave van reden – op de beslissing tot aankoop terug te komen. Contractueel wordt vaak een langere herroepingstermijn toegekend en/of wordt het herroepingsrecht uitgebreid tot zakelijke klanten. De consument moet de verkoper vóór het verstrijken van de herroepingstermijn schriftelijk melden dat hij gebruik wenst te maken van het herroepingsrecht en draagt de bewijslast van het tijdig uitoefenen ervan.[3]

 

In de praktijk verlopen retourzendingen niet altijd vlekkeloos: pakjes komen niet, leeg of beschadigd aan bij de verkoper. Wanneer de verkoper verklaart het pakje zonder of met beschadigde inhoud te hebben ontvangen, terwijl de klant beweert dat hij het pakje met correcte inhoud heeft verzonden, is het onduidelijk wie het (financiële) risico draagt. Hoewel het herroepingsrecht in de B2C-context wettelijk verankerd is, bevat het geen regeling over wie het risico draagt voor onopzettelijke beschadiging of verlies bij het terugzenden van goederen. Niet zelden kiest de verkoper ervoor om dit risico commercieel op zich te nemen. De verkoper die van oordeel is dat het risico bij de klant ligt, kan echter ook weigeren de van de klant ontvangen bedragen terug te betalen. Deze onzekerheden spelen zowel in een B2B- als in een B2C-context.

 

2.- De Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, schept duidelijkheid. De verkoper die een retourverzendregeling aanbiedt aan haar klanten, is de opdrachtgever van de verzending en draagt het financiële risico ingeval het pakje leeg aankomt.

 

De feiten kunnen als volgt worden samengevat. De verkoper, een e-commerce bedrijf dat een breed assortiment aan elektronica verkoopt met winkels in België, Nederland en Duitsland, biedt aan elke klant – zowel particulier als zakelijk – een bedenktijd van 30 dagen om producten gratis om te ruilen of te retourneren. De verkoper biedt twee retouropties aan (i) afgifte van het product in een fysiek verkooppunt of (ii) retourverzendregeling, waarbij de verkoper verzendinstructies en een verzendlabel bezorgt. De verkoper doet voor de verzending beroep op bpost, met wie zij een vervoersovereenkomst sloot. De klant-onderneming maakte gebruik van de retourverzendregeling. De klant meldde het toestel online aan voor retour, ontving verzendinstructies en een retourlabel van de verkoper en deponeerde de retourzending voorzien van het verzendlabel vervolgens conform de verzendinstructies in een pakjesautomaat van bpost. De verkoper beweerde evenwel dat de retourzending leeg was bij aankomst. Hoewel de klant via de track & trace kon aantonen dat een pakket met inhoud was overhandigd aan bpost[4], volhardde de verkoper dat retourzendingen voor eigen rekening en risico van de klant zijn en weigerde zij terugbetaling. Volgens de verkoper was de klant de opdrachtgever van de retourzending en kon deze zich enkel wenden tot bpost voor een vergoeding. 

 

De rechtbank verwierp het verweer van de verkoper. I.c. biedt de verkoper aan haar klanten een retourverzendregeling aan, waarbij de verzending wordt uitgevoerd door bpost op kosten van de verkoper in het kader van een overeenkomst tussen deze laatste en bpost. De rechtbank besluit dat alleen de verkoper opdrachtgever is en dat de retourverzending bijgevolg gebeurde voor rekening en risico van de verkoper.

 

3.- Verkopers die retourverzendregelingen wensen aan te bieden, denken dus best twee keer na. Zij dragen immers het risico. De vraag stelt zich hoe hiermee om te gaan? Hieronder lichten we kort enkele opties toe.

 

Risico verleggen in algemene voorwaarden.- Een verkoper kan in zijn algemene voorwaarden voorzien dat het risico van retourzendingen voor rekening van de klant is.

 

Belangrijke kanttekening hierbij: wanneer de verkoper beroep doet op een transportdienst, fungeert deze laatste als diens aangestelde. Zodra de klant het pakket overhandigt aan de transportdienst, ligt het risico in principe bij de verkoper - net zoals in geval van een retour in een fysieke winkel op het moment van afgifte aan een medewerker van de verkoper. Door het risico te verleggen naar de klant, komt een dergelijke bepaling mogelijks in het vaarwater van artikel VI.83, 13° of 30° WER (onrechtmatige bedingen B2C), resp. VI.91/5, 3° WER (B2B). Dit laatste artikel bepaalt dat een beding dat ertoe strekt om zonder tegenprestatie het economisch risico op een partij te leggen indien dit normaliter op de andere onderneming of een andere partij rust, vermoed wordt onrechtmatig te zijn en bijgevolg nietig is.

 

Contractuele regeling in vervoersovereenkomst.- De verkoper kan met de transportdienst (trachten te) onderhandelen dat deze laatste de verkoper volledig zal vergoeden in geval van verlies of beschadiging van de retourzending. Alternatief kan de verkoper bijkomende garanties nemen wanneer de transportdienst pakketten met bijzonder inhoud en/of waarde moet vervoeren. Dit zal vermoedelijk wel extra kosten met zich meebrengen.  

 

Afschaffing quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent.- Het nieuwe boek 6 BW regelt de buitencontractuele aansprakelijkheid en kadert in de ruimere hervorming van het burgerlijk wetboek. Een belangrijke hervorming is de afschaffing van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent (hulppersoon). Dit kwam reeds aan bod in onze nieuwsbrief van 5 februari 2024 die hier te vinden is. Vanaf de inwerkingtreding van boek 6 BW[5], kan een contractspartij de uitvoeringsagent van de andere contractspartij rechtstreeks, buitencontractueel, aanspreken voor schade veroorzaakt tijdens de uitvoering van de overeenkomst. De klant, die geen partij is aan de contractuele relatie die bestaat tussen de verkoper en de transportdienst, zal m.a.w. de transportdienst rechtstreeks buitencontractueel kunnen aanspreken. Belangrijke kanttekening hierbij is dat de uitvoeringsagent zich kan beroepen op contractuele en wettelijke verweermiddelen uit het hoofdcontract én uit zijn contract met de hoofdschuldenaar. Een bedachtzaam vervoerder zal er dan ook voor zorgen dat zijn buitencontractuele aansprakelijkheid wordt uitgesloten in de hoofdovereenkomst en/of in zijn eigen overeenkomst met de verkoper.  

 

Stof tot nadenken dus.

 

4.- Indien u als klant goederen wenst terug te sturen, is het alleszins van belang om de retourvoorwaarden van uw verkoper stipt na te leven en bewijs te verzamelen dat het pakket met correcte inhoud (vb. met foto’s en verzendbewijs) werd verzonden/afgegeven aan een transportdienst.   

 

***

 

Voor meer vragen over dit onderwerp kan u steeds terecht bij Dave Mertens en Irgen De Preter (de auteurs).


[1] Artikel VI.44/2 e.v. Wetboek van Economisch Recht ("WER").

[2] Vonnis van 27 februari 2024.

[3] Artikel VI. 49 WER.

[4] Via het gewogen gewicht bij deponering van het pakket.

[5] Boek 6 BW treedt in werking zes maanden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. De exacte inwerkingtreding is nog niet gekend, maar er wordt verwacht dat dit 1 januari 2025 zal zijn.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer