Nieuwe besluiten betreffende ruimtelijke ordening in werking

Sinds 12 juni 2010 zijn in Vlaanderen twee nieuwe besluiten van kracht die uitvoering geven aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. In een eerste besluit worden de huidige voorschriften inzake het voeren van een openbaar onderzoek over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsaanvragen aangepast aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. In een tweede besluit worden de voorschriften voor het verkrijgen van een functiewijziging naar wonen in een voormalig landbouwbedrijf versoepeld. Wij lichten beide besluiten in deze nieuwsbrief toe. I.- Voorschriften inzake het voeren van een openbaar onderzoek (i) Aanvraag tot wijziging verkaveling Art. 4.4.1. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet dat in een vergunning, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Deze beperkte afwijkingen kunnen betrekking hebben op de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen evenwel niet worden toegestaan voor wat betreft de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex en het aantal bouwlagen. Indien een gemeente een aanvraag tot wijziging van de verkaveling ontvangt waarmee dergelijke beperkte afwijking wordt beoogd, moeten enkel de eigenaars van de aanpalende percelen die geen deel uitmaken van de verkaveling in kennis worden gesteld. (ii) Bekendmaking openbaar onderzoek Het gemeentebestuur hangt gedurende een termijn van dertig dagen vanaf de aanvang van het openbaar onderzoek een bekendmaking uit op de gewone aanplakplaatsen en in ieder geval aan het gemeentehuis. Indien de gemeente zelf de aanvrager is van de vergunning, moet ze de bekendmaking niet langer gedurende dertig dagen uithangen alvorens ze het dossier aan de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar stuurt. II. Functiewijziging naar wonen in voormalig landbouwbedrijf De Vlaamse regering heeft de mogelijkheden verruimd voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor een functiewijziging naar wonen in een voormalig landbouwbedrijf. Dit moet het makkelijker maken om een voormalig landbouwbedrijf om te vormen tot een woning. Wie een voormalig landbouwbedrijf wil omvormen tot woning, dient niet langer aan te tonen dat het gebouw of gebouwencomplex bouwfysisch geschikt is voor de nieuwe functie. Als gevolg daarvan kunnen ook bedrijven waar ingrijpende verbouwingswerken nodig zijn, worden herbestemd als woning. Vóór 12 juni 2010 was dit enkel mogelijk indien de bestaande structuur grotendeels behouden kon worden en aanpassingen aan de hedendaagse comfort-, energie- of milieueisen volstonden. Eventueel leegstaande landbouwbedrijven moeten ook niet langer bouwfysisch geschikt zijn om in aanmerking te komen voor een herbestemming als woning. De andere voorwaarden voor het hergebruik van een voormalig landbouwbedrijf als residentiële woning blijven wel gelden. Een stedenbouwkundige vergunning kan enkel worden verleend op voorwaarde dat de volgende voorschriften nageleefd worden: 1° de woonfunctie komt in de bedrijfswoning en de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij de bedrijfswoning; meergezinswoningen zijn niet toegelaten; tijdelijke verblijfseenheden wel op voorwaarde dat de landbouw als nevenbestemming aanwezig blijft; 2° de bedrijfsgebouwen van het landbouwbedrijf mogen niet afgesplitst worden van de bedrijfswoning. Zij kunnen alleen een nieuw gebruik krijgen als woningbijgebouwen of als accommodatie voor tijdelijke verblijfsgelegenheden op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft.