sr.search

Het Interprofessioneel Akkoord 2011-2012 en het eenheidsstatuut arbeiders – bedienden : een doorbraak

Arbeidsrecht

20 januari 2011


Contact

Met het Interprofessioneel Akkoord 2011-2012 (IPA) zetten de sociale partners de eerste stap naar het zogenaamde eenheidsstatuut, dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden definitief moet uitvlakken. a.- Vooraf Het akkoord werd voorafgegaan door uitgebreid studiewerk en overleg. Het resultaat daarvan vond neerslag in een verslag van de Nationale Arbeidsraad (NAR) aan de zogenaamde Groep van 10, dat integraal deel uitmaakt van het IPA. De sociale partners kiezen voor een gefaseerde aanpak over meerdere jaren. Deze bijdrage focust op de wijze waarop de ontslagregeling voor arbeiders en bedienden zal evolueren. Inzake ontslagmodaliteiten voorziet het IPA immers in een definitieve regeling en een overgangsregeling, die in principe tot 2018 loopt. b.- Definitieve regeling De (vage) contouren van deze ‘definitieve’ ontslagregeling worden in het interprofessioneel akkoord uiteengezet. Op basis hiervan dienen de sociale partners einde 2012 een volwaardig akkoord te bereiken, dat dan in principe begin 2018 in werking treedt. Het IPA voorziet evenwel in de mogelijkheid dat de definitieve regeling voorafgaand aan 2018 kan worden geïmplementeerd.

  • De ontslagbescherming zal in de toekomst uit drie onderdelen bestaan : 1) een te presteren opzegtermijn (tenzij de werkgever verkiest een bruto opzegvergoeding uit te betalen), 2) een (netto-)vergoeding en 3) een vergoeding betaald door de RVA.
  • De werknemer die minder dan zes maanden of minder dan een jaar anciënniteit heeft, zal geen aanspraak kunnen op alle onderdelen van deze ontslagbescherming.
  • Regelingen op sectoraal en interprofessioneel die ‘dubbel gebruik’ uitmaken met de voormelde ontslagbescherming of die voorzien in een ‘verhoging’, zullen worden afgeschaft of worden verrekend volgens een nog te bepalen methode.
  • Artikel 63 Arbeidsovereenkomstenwet, dat voorziet in het recht van de arbeider om een vergoeding van zes maanden loon te vorderen bij willekeurig ontslag, zal worden geactualiseerd. Naar alle waarschijnlijkheid betekent dit de afschaffing van dit artikel, voor zover het eenheidsstatuut effectief de huidige verschillen tussen arbeiders en bedienden opheft.
  • Het is momenteel nog niet duidelijk welke opzeggingstermijnen zullen gelden in de definitieve regeling van het eenheidsstatuut.
  • De overgangsregeling (zie hierna) geeft wel een aanknopingspunt. De commentatoren gaan ervan uit dat het eenheidsstatuut uiteindelijk zal landen op de ontslagregeling zoals die thans geldt voor de lagere bedienden, m.n. een opzeggingstermijn van drie maanden per begonnen anciënniteitsperiode van vijf jaar.

c.- Overgangsregeling Belangrijk om te weten is dat de overgangsregeling enkel voor nieuw aangeworven werknemers geldt. Werknemers die in dienst van dezelfde werkgever blijven, behouden hun rechten op basis van de huidige ontslagregeling. Drie onderscheiden categorieën werknemers worden in het IPA afgebakend. Hun vormen van ontslagbescherming zullen vanaf 2012 naar elkaar toe evolueren, op basis van zogenaamde ‘convergentiecoëfficienten’. Dit zijn percentages die worden toegepast op hun ontslagbescherming, versta op de duur van de opzeggingstermijn of op het bedrag van de opzeggingsvergoeding. Arbeiders Voor arbeiders gelden vanaf 2012 de opzeggingstermijnen voorzien in C.A.O. nr. 75 waarbij de ontslagbescherming met toepassing van volgende convergentiecoëfficienten stelselmatig wordt verhoogd:

  • gedurende 2012-2013 : met 10%
  • gedurende 2014-2015 : met 15%
  • gedurende 2016-2017 : met 20%

Lagere bedienden: de bedienden met een jaarloon lager dan 30.535 EUR (bedrag per 1.1.2011) Voor lagere bedienden geldt een opzeggingstermijn van drie maanden per begonnen anciënniteitsperiode van vijf jaar, ontslagbescherming die vanaf 2016 wordt verminderd met 2%. Hogere bedienden: de bedienden met een jaarloon hoger dan 30.535 EUR (bedrag per 1.1.2011) Voor hogere bedienden geldt een opzeggingstermijn van een maand per begonnen jaar anciënniteit, met een minimum van drie maanden, waarbij de ontslagbescherming met toepassing van volgende convergentiecoëfficienten stelselmatig wordt verminderd:

  • gedurende 2012-2013 : met 3%
  • gedurende 2014-2015 : met 6%
  • gedurende 2016-2017 : met 10%

Voor bedienden met een jaarloon hoger dan 61.071 EUR blijft het echter mogelijk om contractuele afspraken te maken over de duur van de opzeggingstermijn. d.- Tenslotte Het IPA is geen alomvattend akkoord betreffende het eenheidsstatuut. Diverse modaliteiten moeten verder worden uitgewerkt door de sociale partners. Maar de marsrichting is aangegeven en vooral dat lijkt de grote verdienste van het akkoord te zijn. Er zijn bedenkingen. Vooral ondernemingen die overwegend arbeiders tewerkstellen (bouw), krijgen te maken met een hogere graad van ontslagbescherming. De hogere bedienden (de overgrote meerderheid van deze categorie) leveren daarentegen in, wat nu al protest uitlokt bij hun vakorganisaties. Voor het overige wijzen commentaren (o.m. Marc De Vos in de Morgen van vandaag) er op dat het ontslag ook in de toekomst een louter financiële aangelegenheid blijft, zonder aandacht voor opleiding of reconversie van de ontslagen werknemer. Vraag is ook in welke mate deze regeling een pervers effect zal hebben op de werking van de arbeidsmarkt. (Hogere) bedienden die bij hun huidige werkgever een lange anciënniteit hebben opgebouwd, hebben er nog minder dan voorheen belang bij om van werkgever te veranderen. Arbeiders daarentegen kunnen er enkel bij winnen zo zij vanaf 2012 van werkgever veranderen. Alleszins is het toe te juichen dat vanaf 2012 het doek valt over de formule Claeys. Deze formule, gebezigd om opzeggingstermijnen te berekenen, heeft haar verdiensten gehad maar staat thans aan teveel kritiek bloot. Zij heeft immers geen enkele wettelijke basis, maar geldt voor velen wel als de ‘Wet Claeys’. Door haar veelvuldig gebruik bestendigt zij zichzelf en staat zij stilaan los van de realiteit. Daarenboven wordt deze formule niet (of slechts gedeeltelijk) door alle arbeidsrechtbanken en –hoven ten lande toegepast, wat een situatie van willekeur en rechtsonzekerheid creëert. Het is bijgevolg goed dat zij in de praktijk door een wettelijke regeling vervangen wordt. In navolgende bijdragen worden de overige aspecten van het IPA belicht.

Download

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer