sr.search

Wijzigingen EPB-regelgeving

Privaat Bouwrecht

27 december 2012


Contact

De Vlaamse regering heeft per besluit van 28 september 2012, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 november 2012, enkele wijzigingen doorgevoerd inzake EPB-verplichtingen. (1) 1.  Hernieuwbare-energiesystemen voor gebouwen Vanaf 16 november 2012 wordt bij nieuwe gebouwen, voordat met de bouw wordt gestart, de technische, milieutechnische en economische haalbaarheid in aanmerking genomen van alternatieve systemen zoals (i) gedecentraliseerde systemen voor energievoorziening die gebaseerd zijn op hernieuwbare energiebronnen, (ii) kwalitatieve warmte-krachtinstallatie, (iii) stads- of blokverwarming of -koeling, indien beschikbaar, en (iv) warmtepompen. (2) Voorheen gold deze verplichting enkel voor nieuwe gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 1000 m2, waarbij de bouwheer uiterlijk één maand na de indiening van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of na de melding een EPB-haalbaarheidsstudie moest indienen bij het Vlaams Energieagentschap (art. 9.1.13, eerste lid Energiebesluit). Thans geldt ook voor nieuw op te richten gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 1000 m2 de algemene haalbaarheidsstudie die voor het hele Vlaamse Gewest wordt opgesteld, vast te stellen door de minister (nieuw tweede lid van art. 9.1.13). In nieuw op te richten woongebouwen waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2014, moet minstens één van de door Vlaamse regering opgelegde hernieuwbare-energiesystemen worden toegepast, nl.: (i) een thermisch zonne-energiesysteem, (ii) een fotovoltaïsch zonne-energiesysteem, (iii) een biomassaketel, biomassakachel of een gebouwgebonden kwalitatieve WKK op biomassa voor verwarming, (iv) een warmtepomp, (v) een aansluiting op stadsverwarming of -koeling die minstens voor 45 % uit hernieuwbare energiebronnen wordt geproduceerd, of (vi) een participatie t.b.v. minstens 20,00 EUR per m2 bruikbare vloeroppervlakte in een naburig project voor de productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen (art. 9.1.12/2, eerste lid Energiebesluit). In afwijking hiervan kan voor nieuw op te richten woongebouwen van meer dan één wooneenheid, waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2014, ook voldaan worden indien ze minimaal 10 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de wooneenheid halen uit hernieuwbare energiebronnen door middel van één of meerdere van deze systemen (art. 9.1.12/2, tweede lid Energiebesluit). Voor de systemen geïnstalleerd in dergelijke gebouwen is een beperkte versoepeling van bepaalde van de in het eerste lid van dit nieuwe artikel vermelde voorwaarden. Het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen wordt in dit geval berekend overeenkomstig de bepalingen van bijlage V van het Energiebesluit. Nieuw op te richten kantoor- en schoolgebouwen waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2014, halen minimaal 10 kWh/jaar energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte uit hernieuwbare energiebronnen door middel van een of meerdere van de hoger vermelde systemen (art. 9.1.12/3 Energiebesluit). Voor de systemen geïnstalleerd in dergelijke gebouwen is een beperkte versoepeling van bepaalde voorwaarden. De hoeveelheid energie uit hernieuwbare energiebronnen wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van bijlage VI van het Energiebesluit. De verplichting uit de vorige alinea geldt echter reeds voor nieuw op te richten kantoor- en schoolgebouwen van publieke organisaties waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2013. Als niet voldaan wordt aan deze verplichtingen, wordt voor nieuw op te richten kantoor-, school- en woongebouwen waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2014, het E-peil, vermeld in art. 9.1.11, §1 van het Energiebesluit, verstrengd met 10 percent (nieuwe paragraaf 4 van art. 9.1.11). Deze verstrenging geldt echter reeds voor nieuw op te richten kantoor- en schoolgebouwen van publieke organisaties waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2013. 2.  Vrijstellingen en afwijkingen De Vlaamse regering heeft in artikel 9.1.30 van het Energiebesluit enkele nadere regels opgenomen met betrekking tot het melden, aanvragen en toestaan van de vrijstellingen en afwijkingen. 3.  Bijlage V Bijlage V bij het Energiebesluit m.b.t. de bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van woongebouwen, wordt gewijzigd: (i) bijkomende indices, (ii) schrapping van de woorden "bejaardentehuis" voor wat betreft de schematisering van het gebouw en het systeemrendement voor warm tapwater, (iii) aanpassing van de rekenwaarden voor het opwekkingsrendement voor warm tapwater en een nieuwe bepaling voor het opwekkingsrendement voor warm tapwater voor collectieve opwekkingssystemen, en (iv) een nieuw punt over de berekening van de jaarlijkse hoeveelheid opgewekte en/of gebruikte hernieuwbare energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte in het EPW-volume. De wijzigingen van de bijlage V zijn voor het eerst van toepassing op dossiers waarvan de EPB-aangifte wordt ingediend vanaf 16 november 2012 (art. 8, eerste lid wijzigingsbesluit), met een afwijking voor de administratieve geldboete voor de aangifteplichtige wegens het niet respecteren van de EPB-eisen (art. 8, tweede lid wijzigingsbesluit). (1) Besluit Vl. Reg. 28 september 2012 houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, BS 16 november 2012. (2) Art. 11.1.2. Eneriedecreet; art. 7 en 8 Besluit Vl. Reg. 28 september 2012 houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, BS 16 november 2012.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer