sr.search

Wetsontwerp verplichte tienjarige aansprakelijkheidsverzekering voor aannemers, architecten en andere dienstverleners in de bouwsector

Privaat Bouwrecht

21 april 2017


Reeds eerder berichtten wij dat de Raad van State haar advies diende te verlenen over een voorontwerp van wet m.b.t. een verplichte verzekering van de tienjarige aansprakelijkheid voor aannemers (link naar vorige nieuwsbrief). Intussen heeft de Raad van State haar advies verleend en is op 12 april 2017 het wetsontwerp van deze verplichte verzekering van de tienjarige aansprakelijkheid voor aannemers ingediend in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (link naar wetsontwerp).

De krachtlijnen van het voorontwerp zijn ook na het advies van de Raad van State grotendeels behouden. 

1. Bij het optrekken van een woning dient eenieder verzekerd te zijn

Alle aannemers, architecten en andere bouwactoren (vnl. studiebureaus) zullen volgens het wetsontwerp een verzekering moeten aangaan die hun tienjarige aansprakelijkheid bedoeld in de artikelen 1792 en 2270 BW dekt, bij het bouwen van een woning.

Een woning wordt voor de toepassing van deze wet omschreven als een gebouw of het gedeelte van een gebouw dat  van  bij  de  aanvang  van  de onroerende  werken  wegens  zijn  aard  uitsluitend  of hoofdzakelijk is bestemd voor bewoning door een gezin of door een alleenstaande, en waar de verschillende gezinsactiviteiten  –  zoals  wonen,  slapen,  maaltijden bereiden – worden uitgeoefend. Als voorbeeld worden een eengezinswoning en een  appartement vermeld. De Memorie van Toelichting geeft als richtlijn dat een gebouw als hoofdzakelijk bestemd voor bewoning kan worden beschouwd indien meer dan 50% van de oppervlakte voor bewoning is bestemd.

De verzekeringsplicht geldt niet voor gemeenschappelijke gebouwen, waarbij ten minste één woonplaats of één sanitair lokaal gebruikt wordt door meerdere personen die geen familiale band met elkaar hebben, bv. studentenkamers, kamers voor seizoenarbeiders, ziekenhuizen…

Deze te verzekeren aansprakelijkheid betreft de aansprakelijkheid van aannemers en architecten gedurende tien jaar na aanvaarding van de werken voor gebreken die de stabiliteit van het gebouw of van een belangrijk onderdeel ervan aantasten of kunnen aantasten. Voor deze verzekeringsplicht meldt het ontwerp dat ook gebreken in de waterdichtheid enkel hieronder vallen indien ze de soliditeit en de stabiliteit van de woning in gevaar brengt.

In principe moet elke betrokkene (aannemers, architecten en andere bouwactoren) wiens tienjarige aansprakelijkheid voor stabiliteitsbedreigende gebreken in het gedrang kan komen, een verzekering aangaan. Het is ook mogelijk om een globale verzekering te onderschrijven voor rekening van alle verzekerden. De onderaannemers dienen mee te zijn opgenomen als verzekerden.

Daarnaast voorziet het ontwerp van wet ook de mogelijkheid om een borgtocht te stellen in plaats van de verplichte verzekering, waarvan de voorwaarden en de modaliteiten van neerlegging en vrijmaking door de Koning bepaald worden.

2. Verzekerde bedragen

Het wetsontwerp bepaalt dat de tienjarige aansprakelijkheid zoals bedoeld in de artikelen 1792 en 2270 BW gedekt moet worden door deze verzekering.

Deze verzekering zal geen esthetische schade of zuiver immateriële schade dekken en ook niet tussenkomen voor materiële schade die het bedrag van 2.500,00 EUR niet overschrijdt. 

Wanneer de heropbouw van het gebouw het bedrag van 500.000,00 EUR zou overschrijden, dient minimaal dit bedrag van 500.000,00 EUR verzekerd te zijn. Hierbij is het belangrijk te benadrukken dat het bedrag van 500.000,00 EUR de heropbouw van het hele gebouw (bv. een appartementsgebouw) betreft en niet de afzonderlijke woningen (de appartementen).

Voor gebouwen met een waarde lager dan 500.000,00 EUR dient de volledige waarde van de woning (en niet het gebouw) verzekerd te zijn. 

3. Controle

Het wetsontwerp bepaalt verder dat aannemers en andere dienstverleners in de bouwsector een verzekeringsattest moeten overhandigen aan de bouwheer en aan de architect alvorens zij enig onroerend werk aanvatten. 

De architect dient op straffe van een strafrechtelijke geldboete na te gaan of er werkelijk een verzekeringsattest aanwezig is. Ook de RSZ, de kredietverstrekker en de notarissen bij een latere verkoop hebben een controlerende functie.

Van elke aannemer en dienstverstrekker wordt verwacht dat zij het verzekeringsattest op eerste verzoek kunnen voorleggen. Mocht een inbreuk vastgesteld worden, zullen de actoren gestraft kunnen worden met een strafrechtelijke geldboete van 26,00 tot 10.000,00 EUR. 

Voor architecten wordt de bestaande regeling overgenomen van periodieke meldingen door de verzekeraars aan de Raad van de Orde en van de verplichte vermeldingen in de architectuurovereenkomst.

4. Vooropgestelde inwerkingtreding

Vooralsnog is opgenomen dat de uiteindelijke wet in werking zou treden vanaf 1 juli 2018, waarbij de plicht tot het aangaan van de verplichte verzekering geldt voor alle werken in onroerende staat waarvan de definitieve stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd na de inwerkingtreding van de wet. 

De bepaling m.b.t. het tariferingsbureau zou reeds in werking treden vanaf 1 december 2017. Door het tariferingsbureau op voorhand op te starten, probeert de wetgever te vermijden dat aannemers of andere bouwactoren hun activiteiten niet zouden kunnen voortzetten wegens een gebrek aan verzekering. 

Zo zal eenieder die door ten minste drie verzekeringsondernemingen een dekking geweigerd is een aanvraag kunnen indienen bij het tariferingsbureau. Dit bureau zal dan een premie vastleggen rekeninghoudend met het risico van de verzekeringsnemer.

5. Wijzigingen architectenwet

Niet onbelangrijk is dat het wetsontwerp ook enkele artikelen uit de architectenwet van 1939 wijzigt en opheft. Zo wordt artikel 9 van de architectenwet volledig opgeheven, waardoor de verzekeringsplicht van de architect uit deze wet volledig verdwijnt. 

Dit is van belang omdat door deze schrapping er geen verplichte verzekering van de tienjarige aansprakelijkheid van architecten meer zal zijn voor constructies die niet voor bewoning bestemd zijn of voor gebreken die de stabiliteit niet aantasten, noch voor de aansprakelijkheid voorafgaand aan de aanvaarding van de werken. Mogelijks zal hieraan nog tegemoet worden gekomen in het wetsontwerp voor de verplichte verzekering van de tienjarige aansprakelijkheid van architecten en van "andere intellectuele beroepen in de bouwsector" dat eerder werd aangekondigd.

Voor meer informatie over dit specifieke onderwerp, kan u Pim van den Bos (de auteur) en Siegfried Busscher (de auteur en celhoofd Privaat Bouwrecht) raadplegen.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer