Hoofdelijke aansprakelijkheid opdrachtgevers uitgebreid

De hoofdelijke aansprakelijkheid van opdrachtgevers voor de sociale en fiscale schulden van hun aannemers, is niet nieuw. Er bestaat al geruime tijd een regelgeving op grond waarvan de opdrachtgever die werken in onroerende staat laat uitvoeren door de RSZ of de fiscus hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de sociale en fiscale schulden van zijn rechtstreekse aannemer, tenzij hij de wettelijke inhoudingsplicht naleeft. De opdrachtgever moet daarbij nagaan of de rechtstreekse aannemer sociale of fiscale schulden heeft, zowel bij het sluiten van het contract, als bij de betaling van de facturen. Dit kan eenvoudig via de door de overheid ter beschikking gestelde databanken. In geval de aannemer schulden heeft, zal de opdrachtgever 35% van het door de aannemer gefactureerde bedrag moeten inhouden en doorstorten aan de RSZ. Voor de fiscus geldt een inhoudingsplicht van 15% in geval van fiscale schulden.

Tot nog toe was de aansprakelijkheid van de opdrachtgever beperkt tot zijn rechtstreekse aannemer. Sinds 28 augustus 2015 kan de opdrachtgever echter niet alleen aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van zijn rechtstreekse aannemer, maar ook van diens onderaannemer of enige verdere onderaannemers in de keten. Dit is het systeem van de “subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid”.

Stel bijvoorbeeld dat een opdrachtgever voor werken in onroerende staat beroep doet op een aannemer A, die op zijn beurt een onderaannemer B inschakelt. De RSZ kan in eerste instantie aannemer A aanspreken voor de sociale schulden van B. Wanneer deze schulden door aannemer A niet vereffend worden binnen de dertig dagen, kan de RSZ zich vervolgens tot de opdrachtgever richten. De opdrachtgever heeft in dat geval 30 dagen de tijd om het verschuldigde bedrag (beperkt tot de prijs van de werken) te betalen. Zoniet zal hij in de databank van de RSZ zelf als schuldenaar aangeduid worden.

Gelet op deze verruimde aansprakelijkheid, doen opdrachtgevers er goed aan de inhoudingsverplichtingen ten aanzien van de rechtstreekse aannemer strikt na te leven. Ten aanzien van de verdere onderaannemers in de keten, is het aangewezen om contractuele verplichtingen op te leggen aan de rechtstreekse contractant, zodat ook deze de regelgeving strikt toepast en oplegt aan zijn eventuele onderaannemers.

Voor meer info over dit specifieke onderwerp, kan u Sara Cockx (auteur en celhoofd) raadplegen.