sr.search

Een potpourri van nieuwigheden: Over mammoeten en hinkstapspringen

Gerechtelijk Recht

04 november 2015


Contact

Minister Koen Geens verschijnt sinds de introductie van zijn justitieplan geregeld in de actualiteit met de potpourriwetten. De bijzondere naam waarmee die wetten zijn bedacht, verwijst naar de zgn. kleine Mammoetwet van 1975, die werd bekritiseerd als een 'potpourriwet'. De minister hoopt vandaag het omgekeerde, met name "dat deze potpourriwetten als een klein mammoetwerk zullen worden ervaren".

De potpourriwetten kaderen in een ruimer geheel van maatregelen ter bevordering van de werking van justitie. Het justitieplan gebruikt hiervoor de metafoor van de hinkstapsprong. De hertekening van het gerechtelijk landschap onder minister Turtelboom was de spreekwoordelijke hink [1]. De sprong zal bestaan uit meer fundamentele maatregelen, zoals de herziening van de wetboeken van strafrecht en strafvordering.

De potpourriwetten, als stap tussen de hink en de sprong, betreffen civielrechtelijke, strafrechtelijke en organisatorische aspecten van justitie.  De wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht is de eerste in de rij en is begin november reeds grotendeels in werking getreden. Het is deze wet die hier kort wordt belicht.

Abstractie gemaakt van alle beeldspraak, bevat de eerste potpourriwet een aantal ingrijpende wijzigingen. De rode draad is daarbij een uitgesproken ambitie om de werklast van justitie te drukken (om zo de achterstand te beperken) en haar werkingskosten te verlagen.

De kostenbesparing ligt vaak in voor de hand liggende maatregelen, zoals een meer efficiënte communicatie. Zo krijgt elektronisch communiceren met de actoren van justitie een wettelijke basis. Tevens worden de mogelijkheden ingeperkt om zaken voor een kamer met drie rechters  te laten behandelen. De alleenzetelende rechter wordt de regel, waarvan slechts uitzonderlijk kan worden afgeweken.

Andere maatregelen beogen de toevloed aan nieuwe procedures te beperken, voornamelijk op het niveau van de hoven van beroep. Zo wordt het instellen van hoger beroep tegen een beslissing alvorens recht te doen slechts mogelijk samen met het hoger beroep tegen het eindvonnis. Bovendien zal, voor zaken ingeleid na 1 november 2015, hoger beroep geen schorsende werking meer hebben. Beslissingen in eerste aanleg zullen in de regel uitvoerbaar bij voorraad zijn. Aldus hoopt men het aanwenden van de beroepsprocedure als louter vertragingsmanoeuvre te vermijden.

Het onderdeel van deze (tussen)stap dat het meeste stof doet opwaaien, is het deel dat als laatste in werking zal treden. Vanaf 1 september 2017 wordt het mogelijk om een uitvoerbare titel voor het invorderen van bepaalde onbetwiste schulden te verkrijgen buiten een procedure voor de rechter om. De centrale figuur in deze procedure wordt de gerechtsdeurwaarder. In de aanloop naar de inwerkingtreding, zal hierover nog een afzonderlijke nieuwsbrief verschijnen.

Zoals dat steeds het geval is, lokt ook deze wetswijziging een aantal kritieken uit. Zo zal nog moeten blijken of alle onderdelen de toets van het Europees recht doorstaan, o.m. op het vlak van de consumentenbescherming. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Het succes van de maatregelen zal grotendeels van de medewerking van de verschillende actoren van justitie afhangen. In het verleden wrong daar vaak het schoentje. Of hij nu hinkt, stapt of springt, de mammoet begeeft zich onvermijdelijk in een porseleinwinkel.

Voor meer info over dit specifieke onderwerp, kan u Joost van Riel en Geert De Buyzer (auteurs) raadplegen.

[1] Zie hierover onze eerdere nieuwsbrief.

 

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer