Actualisering regelgeving inzake het verhandelen van bouwproducten

Op 20 januari 2014 verscheen in het Belgisch Staatsblad de wet van 21 december 2013 tot uitvoering van de Verordening (EU) Nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, en tot opheffing van diverse bepalingen.   De nieuwe EU Verordening Nr. 305/2011 is sinds 1 juli 2013 integraal van toepassing in alle lidstaten. Deze verordening bepaalt “de voorwaarden voor het in de handel brengen of aanbieden van bouwproducten door geharmoniseerde voorschriften vast te stellen voor de wijze waarop de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken worden uitgedrukt, en voor het gebruik van de CE-markering op die producten”. (1)   De wet van 21 december 2013 voorziet in een aantal bepalingen die deze verordening invoeren in het Belgisch nationale recht.   Ten eerste is de Koning gemachtigd om, bij uitvoeringsbesluit, de bepalingen vast te stellen voor de uitvoering van de fundamentele eisen voor bouwwerken, bedoeld in bijlage I van de Verordening of om de kwaliteit in de bouw te verzekeren.   Vervolgens kan de Koning ambtenaren aanwijzen die bevoegd zijn om toe te zien op de uitvoering van de bepalingen van de wet en haar uitvoeringsbesluiten. Deze ambtenaren hebben ruime bevoegdheden. Zij mogen te allen tijde binnentreden in opslagruimten, lokalen, werkplaatsen, gebouwen en binnenplaatsen en mogen containers en voertuigen doorzoeken. Indien nodig mogen zij zich door de openbare macht laten vergezellen. Wanneer de plaatsen ook als woning dienen, dan mogen deze controles enkele uitgevoerd worden door minstens twee ambtenaren en met voorafgaande toestemming van een politierechter. Zij mogen verder alle dienstige vaststellingen doen, personen horen, zich nuttige stukken, bescheiden en elektronische dragers doen voorleggen, tegen ontvangstbewijs beslag leggen op stukken, monsters nemen en analyseren en installaties (laten) controleren. Hun processen-verbaal hebben bewijskracht tot het tegendeel is bewezen.   Wanneer er op bepaalde goederen inbreuken vastgesteld worden, kan er ofwel vrijwillig afstand gedaan worden van de goederen door de overtreder, ofwel kan er beslag gelegd worden op de goederen. Inbreuken op de Verordening Nr. 305/2011, de wet van 21 december 2013 of haar uitvoeringsbesluiten worden gestraft met een boete van 26,00 tot 25.000,00 EUR. Deze straf kan verdubbeld worden wanneer de inbreuk zich voordoet binnen de vijf jaar na een in kracht van gewijsde gegane veroordeling wegens dezelfde overtreding.   Verder machtigt de wet de Koning om de bepalingen vast te leggen met betrekking tot het Productcontactpunt voor de Bouw. Deze contactpunten verschaffen informatie over de bepalingen die ertoe strekken dat wordt voldaan aan de fundamentele eisen voor het beoogde gebruik van elk bouwproduct. (2)   Tenslotte moet er ook nog gewezen worden op de bevoegdheid van de Koning om een adviescommissie op te richten, genaamd “Technische Commissie voor de Bouw”. Deze commissie geeft advies over alle kwesties die betrekking hebben op de toepassing van de Verordening Nr. 305/2011 en bij de voorbereiding van de uitvoeringsbesluiten van de wet. Zo geeft de commissie advies bij de vaststelling van de “Technische Specificaties” die, voor de bouwheren, referentiekaders kunnen zijn om vrijwillige initiatieven met betrekking tot de kwaliteit in de bouw te ondersteunen.   De wet is in werking getreden op 20 januari 2014. (1) Art. 1, EU Verordening Nr. 305/2011, http://eur-lex.europa.eu. (2) Art. 10, EU Verordening Nr. 305/2011, http://eur-lex.europa.eu.