Uitsluiting of prijsopslag voor niet-EU inschrijvers op Europese overheidsopdrachten
Overheidsopdrachten
De Europese Unie stelt vast dat Europese bedrijven niet steeds onbelemmerd toegang krijgen tot overheidsopdrachten in derde-landen, terwijl bedrijven uit deze landen veelal wel de mogelijkheid hebben om in te schrijven op Europese overheidsopdrachten. Zij wil het speelveld voor Europese en niet-Europese ondernemingen gelijk trekken en plant daarvoor de oprichting van het zogenaamde ‘International Procurement Instrument’ (hierna: ‘IPI’).
11 januari 2022
Het IPI moet er voor zorgen dat de Europese Commissie maatregelen kan opleggen tegen ondernemingen uit derde landen (i) indien ze niet dezelfde toegang voor EU bedrijven bieden tot de interne markt zoals EU lidstaten dat doen voor diens ondernemingen of (ii) indien de derde-landen discriminerende of restrictieve praktijken uitoefenen tegen EU bedrijven. Zo zal de Europese Commissie in eerste instantie kunnen onderhandelen met dergelijke derde-landen om de situatie voor EU bedrijven te verbeteren.
Indien deze eerste fase mislukt en geen progressie merkbaar is, zal de Europese Commissie t.a.v. de bedrijven afkomstig uit de bewuste derde-landen de volgende specifieke ‘IPI’ maatregelen kunnen nemen:
De verplichte toepassing door de aanbestedende overheden van een fictieve prijsopslag t.b.v. 20 % op de biedingen van de bedrijven in kwestie;
De verplichte uitsluiting van deze bedrijven van de deelname aan overheidsopdrachten.
Deze maatregelen kunnen enkel toegepast worden voor opdrachten van werken en concessies boven 10 miljoen EUR en voor opdrachten van leveringen of diensten boven 5 miljoen EUR. Aanbestedende overheden kunnen evenwel uitzonderlijk beslissen om geen toepassing te maken van voornoemde maatregelen indien alle (regelmatige) inschrijvers voor de opdracht in kwestie afkomstig zijn uit derde-landen waarvoor IPI maatregelen gelden. Ook wanneer het algemeen belang, zoals de volksgezondheid of milieubescherming, voorrang neemt, kunnen de IPI-maatregelen uitzonderlijk buiten toepassing gelaten worden. Tot slot worden ook bedrijven uit kwetsbare ontwikkelingslanden ontzien.
De stemming over de definitieve tekst vindt normaliter later deze maand plaats.
Voor meer informatie over dit onderwerp, kan u Kris Lemmens, Sophie Bleux, Cédric Vandekeybus of Kristof van Keer raadplegen.