sr.search

Schade door verzakking wegens uitdroging van de bodem verplicht verzekerd: verzekeraars trekken naar het Grondwettelijk Hof

Verzekeringsrecht

Enige tijd terug berichtten wij over de interpretatieve Wet van 29 oktober 2021[1], waarmee de wetgever art. 124, § 1, d) van de Verzekeringswet op retroactieve wijze uitlegde (zie hier voor meer informatie).

22 maart 2022


Contact

Deze wet verduidelijkt dat het inklinken van een belangrijke massa van de bodemlaag ten gevolge van een langdurige periode van droogte binnen het toepassingsgebied valt van genoemde wetsbepaling. Als gevolg daarvan zijn de verzekeraars verplicht om, in de brandverzekering voor eenvoudige risico’s,  de schade die daarvan het gevolg is, mee te verzekeren in het kader van de waarborg natuurrampen.

De interpretatieve Wet van 29 oktober 2021 kwam er omdat de eerdere Wet van 17 september 2005[2], waarmee de dekking voor natuurrampen verplicht onder de brandverzekering voor gewone risico’s was gebracht, ruimte liet voor discussie. In de praktijk leidde dit ertoe dat verzekeraars vaak dekking weigerden voor dergelijke schadegevallen.

Nu de interpretatieve Wet de verzekeraars verplicht tussen te komen, hebben Assuralia – de beroepsvereniging van de verzekeringsondernemingen – en een aantal verzekeraars op 21 februari 2022 voor het Grondwettelijk Hof de schorsing en vernietiging ervan gevorderd.[3] Volgens hen zal de Wet zowel voor de verzekeraars als de verzekerden leiden tot meer rechtsonzekerheid dan onder de oude regeling het geval was. Officieel luidt het dat de Wet geen duurzame oplossing biedt, omdat enkel de gevolgschade gedekt is en niet de kosten die nodig zijn om de woning te stabiliseren en toekomstige schade te vermijden. Terloops wordt opgemerkt dat de verzekeraars moeten uitkeren voor iets waar ze geen premie voor ontvangen.

De sector erkent dat er nog onvoldoende kennis is van het risico om scheuren in huizen door droogte te verzekeren. Volgens de verzekeraars dringt een alternatieve, meer duurzame oplossing zich op. Een concreet voorstel, dat vertrekt van de oprichting van een fonds (te financieren via bijpremies in de brandverzekering), zou in de maak zijn.

Het Grondwettelijk Hof zou zich op 20 april 2022 buigen over de vordering tot schorsing. We volgen de ontwikkelingen met belangstelling op.

Voor meer informatie over dit onderwerp, kan u terecht bij Robbe Pelgrims (Auteur) en Bob Goedemé (Auteur en celhoofd verzekeringsrecht).


[1] Interpretatieve Wet van 29 oktober 2021 van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, BS 22 november 2021, 35.487.

[2] Wet van 17 september 2005 tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, BS 11 oktober 2005, 43.646.

[3] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, BS 18 maart 2022, 21.819.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer