sr.search

Recente rechtspraak aangaande de prijsherziening bij overheidsopdrachten van werken

Overheidsopdrachten

25 juli 2009


1. Geen recht op prijsherziening bij overheidsopdrachten van werken indien de herzieningsbepaling niet is voorzien in het bestek of de overeenkomst Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 15 mei 2009 de rechtsvraag beslecht of een prijsherziening verplicht dient opgenomen te worden in de contractuele bepalingen bij een overheidsopdracht van werken. Cass. 1e Kamer, 15 mei 2009, C.08.0198.N/2, NV E./V.: “Artikel 7, §1, eerste en tweede lid, van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten (…) bepaalt dat de forfaitaire grondslag van de overheidsopdrachten geen belemmering vormt voor de herziening van de prijzen uit hoofde van bepaalde economische of sociale factoren, op voorwaarde dat deze herziening in het bestek of in de overeenkomst is voorzien. Hieruit volgt dat in de regel, de prijs forfaitair wordt bepaald, tenzij in het bestek of in de overeenkomst in deze herziening is voorzien. Artikel 13, §1, van de algemene aannemingsvoorwaarden (…), dat bepaalt dat "voor de opdrachten voor aanneming van werken de opdracht in de modaliteiten voorziet voor een prijsherziening" stelt de modaliteiten van de herziening vast, voor zover de aanbestedende overheid deze herziening toelaat. Deze bepaling verleent aan de aanbestedende overheid de mogelijkheid om een herzieningsbepaling in de opdracht op te nemen, zonder echter aan de aannemer een recht op prijsherziening te verlenen, wanneer daar niet in het bestek of de overeenkomst is in voorzien.” Voor meer informatie over dit arrest en haar voorgaanden kan verwezen worden naar: K. Lemmens, ‘De zoektocht naar de juiste prijsherzieningsformule bij overheidsopdrachten van werken: realiteit of fictie’, TBO 2009, Intersentia Antwerpen / Die Keure Brugge, nr. 3, blz. 132 -136 en 140.   2. De zoektocht naar de juiste prijsherzieningsformule bij overheidsopdrachten van werken Indien het bestek of de overeenkomst een prijsherzieningsformule bevat, dient deze formule te voldoen aan de voorwaarden van art. 57 van de Wet van 30 maart 1976 betreffende de Economische Herstelmaatregelen. In dit artikel wordt bepaald dat de contracten slechts prijsherzieningsbedingen mogen bevatten in de mate dat deze toepasselijk zijn tot een bedrag van maximum 80 pct. van de eindprijs en voor zover ze verwijzen naar parameters die de reële kosten vertegenwoordigen. Iedere parameter is alleen toepasselijk op dat gedeelte van de prijs dat beantwoordt aan de kosten die het vertegenwoordigt. Prijsherzieningsformules in functie van indexcijfers zijn verboden. Elk beding of elke toepassing strijdig met dit verbod is van rechtswege nietig. Niettemin wordt in de praktijk vaak beroep gedaan op standaardparameters zoals materialenindexen die een bepaalde korf van materialen bevatten en loonindexen. Bijgevolg zijn de meeste prijsherzieningsformules slechts benaderingen van de werkelijke kostenstructuur (lonen en materialen) van de aannemer voor de opdracht. De vraag is of dergelijke benaderingen stroken met art. 57 van de Herstelwet. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 13 september 2001 hierover uitgesproken. Het Hof van Cassatie oordeelde dat wanneer de waarde van één of meerdere parameters in een prijsbeding beduidend afwijkt van het werkelijk aandeel in de kosten die één of meer parameters vertegenwoordigen in de bij de overeenkomst bepaalde prijs, het prijsherzieningsbeding nietig is. Vervolgens rees de vraag welk prijsherzieningsbeding dan wel van toepassing is indien het voorziene prijsherzieningsbeding nietig is. Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 23 maart 2006 geoordeeld dat de rechter die de volstrekte nietigheid van een beding van een overeenkomst vaststelt, geen beding in de plaats mag stellen dat niet berust op de wilsovereenstemming van de partijen. In een tussenarrest van 3 oktober 2008 heeft het Hof van Beroep te Gent in dezelfde zaak geoordeeld dat de nietige prijsherzieningsformule voor de werken vervangen dient te worden door een formule die zo dicht mogelijk aansluit bij de werkelijke kostenstructuur van de opdracht aangezien dit de gemeenschappelijke bedoeling van partijen uitmaakt. Het Hof van Beroep heeft daarbij een gerechtsdeskundige aangesteld om de financiële afrekening in die zin op te stellen. Voor meer informatie over bovenvermelde rechtspraak kan verwezen worden naar: K. Lemmens, ‘De zoektocht naar de juiste prijsherzieningsformule bij overheidsopdrachten van werken: realiteit of fictie’, TBO 2009, Intersentia Antwerpen / Die Keure Brugge, nr. 3, blz. 132 -136 en 140.

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer