Projectvergaderingen met de vergunningverlenende overheid – stedenbouwkundige inlichtingen en stedenbouwkundige attesten.

Bart Laureys Sinds één april gelden in Vlaanderen enkele nieuwe regels die werden ingevoerd als uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waarover wij u reeds eerder berichtten. Wij gaan hier graag even op in. I. Projectvergaderingen met de vergunningverlenende overheid Initiatiefnemers van belangrijke bouw- of verkavelingsprojecten kunnen, eens een realistische projectstudie voorhanden is, verzoeken om een projectvergadering met de vergunningverlenende overheid en de eventuele adviesverlenende instanties. Op deze manier kan niet enkel afgestemd worden met de vergunningverlenende overheid over de verdere te volgen procedure doch kan ook aangegeven worden waar het project eventueel bijgestuurd dient te worden. Indien een project als belangrijk beschouwd dient te worden, kan de vergunningverlenende overheid niet weigeren in te gaan op het verzoek om een projectvergadering. Op deze vergadering spreken de besturen zich uit over de onderdelen van de studie en de mogelijke varianten. Ze geven ook advies over de mogelijke aanpassingen en het tijdskader voor de administratieve afhandeling. Alle betrokken partijen krijgen een verslag binnen een ordetermijn van 30 dagen na de projectvergadering. Een belangrijk bouw- of verkavelingsproject in de zin van deze wetgeving is een project dat aan één van volgende voorwaarden voldoet: (i) de aanvraag is onderworpen aan de criteria voor de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod in de zin van het Decreet Grond-en Pandenbeleid; (ii) het project is MER-plichtig of geniet van een MER-ontheffing; of (iii) de op te richten constructies hebben een totaal volume van meer dan 2000 kubieke meter, een totale vloeroppervlakte van meer dan 500 vierkante meter of een totale lengte van meer dan 200 meter. Van belang is uiteraard waar de projectvergadering dient te worden aangevraagd. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen de reguliere procedure die geldt voor projecten waar het schepencollege over de latere vergunningsaanvraag zal beslissen en de bijzondere procedure die geldt voor alle andere projecten. Een voorafgaand grondig nazicht van de bevoegde instantie is dientengevolge noodzakelijk. Bij de aanvraag dient een ‘realistische projectstudie’ te worden gevoegd die een toetsing mogelijk moet maken aan de goede ruimtelijke ordening en minstens volgende gegevens bevat: (i) de administratieve gegevens betreffende de initiatiefnemers; (ii) de doelstellingen van het project; (iii) een omschrijving van de ligging en de staat van de gronden waarop het project betrekking heeft; (iv) een omschrijving van de ruimtelijke, structurele en financiële uitwerking van het project, met opgave van mogelijke varianten; (v) een omschrijving van de meerwaarden die het project creëert op sociaal, economisch, ruimtelijk of milieuvlak; (vi) het tijdskader voor de uitvoering van het project; (vii) een overzicht van de voor het project aan te vragen administratieve vergunningen, machtigingen en goedkeuringen. II. Vernieuwde aanvraagmethode stedenbouwkundige attesten en stedenbouwkundige uittreksels (i) Stedenbouwkundig uittreksel Een stedenbouwkundig uittreksel is een samenvatting van de stedenbouwkundige vergunningssituatie voor een perceel. De gemeente zal dit afleveren binnen een termijn van 30 dagen, die ingaat op de dag na deze van de ontvangst van de aanvraag. De aanvraag in kwestie dient te gebeuren bij gewone brief of door afgifte op het gemeentehuis van het door de gemeente gebruikte aanvraagformulier. (ii) Stedenbouwkundig attest Een stedenbouwkundig attest kan uitdrukkelijk aangeven onder welke voorwaarden een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening doorstaat. Dergelijk stedenbouwkundig attest blijft twee jaar geldig en de bevindingen ervan kunnen bij het beslissende onderzoek over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning niet worden gewijzigd of tegengesproken, voor zover: (a) in de periode van gelding van het stedenbouwkundig attest geen sprake is van substantiële wijzigingen aan het betrokken terrein of wijzigingen van de stedenbouwkundige voorschriften of de eventuele verkavelingsvoorschriften; (b) de verplicht in te winnen adviezen of de tijdens het eventuele openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen geen feiten of overwegingen aan het licht brengen waarmee bij de opmaak van het stedenbouwkundig attest geen rekening werd gehouden; (c) het stedenbouwkundig attest niet is aangetast door manifeste materiële fouten. Het attest dient te worden aangevraagd door middel van een modelformulier dat u kan downloaden via volgende koppeling: klik hier Het modelformulier dient samen met de nodige stavingsstukken in tweevoud aangetekend te worden verzonden aan de vergunningverlenende overheid. Een document ter staving kan een schetsontwerp zijn waarvoor geen architect nodig is. Dit biedt het voordeel dat de toetsing vrij goedkoop kan gebeuren. Ook hier is er een groot aantal instanties dat mogelijk bevoegd is en dringt een grondig onderzoek naar de bevoegde instantie zich op. Het stedenbouwkundig attest wordt binnen een ordetermijn van 75 dagen na de ontvangst van de aanvraag afgegeven met een formulier dat de vorm zal aannemen zoals weergegeven in deze link: klik hier Bart.Laureys@schoups.be