sr.search

Op 1 januari 2010 start een nieuw BTW-tijdperk.

Ondernemingsrecht

07 december 2009


In de hele EU wijzigen op 1 januari 2010 een groot aantal btw-regels zeer ingrijpend. Deze wijzigingen kaderen in een aanpassing die op Europees niveau wordt doorgevoerd en die betrekking heeft op de regels die bepalen waar een dienst wordt verricht voor de heffing van btw. Het wetsontwerp met betrekking tot de wijziging van deze regels werd reeds aangenomen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hoewel deze nieuwe regelgeving naast uniformiteit in de EU-lidstaten ook vereenvoudiging nastreeft, brengt ze voor de btw-plichtigen niettemin een heel aantal nieuwe administratieve verplichtingen met zich mee. Hoewel hierover de laatste maanden reeds veel werd gepubliceerd, hebben wij het nuttig geacht één en ander nog op een rijtje te zetten. I.- Wijzigingen in de hoofdregel 1.- B2B en B2C Een eerste grote wijziging heeft betrekking op de afnemer van de dienst. Waar de huidige regelgeving in de regel toepasselijk is onafhankelijk van wie de afnemer is, dient vanaf 1 januari 2010 een onderscheid gemaakt te worden tussen diensten verricht voor btw-plichtingen (de zgn. ‘B2B-diensten’) en diensten verricht voor niet btw-plichtigen (de zgn. ‘B2C-diensten’). 2.- Van dienstverrichter naar afnemer De hoofdregel die van toepassing is tot en met 31 december 2009, is dat als plaats van een dienst wordt aangemerkt de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn economische activiteit of een vaste inrichting heeft gevestigd van waaruit hij de dienst verricht. Deze hoofdregel is van toepassing zowel op B2B-diensten als op B2C-diensten. Vanaf 1 januari 2010 blijft de algemene regel voor B2C-diensten ongewijzigd met dien verstande dat eraan wordt toegevoegd dat indien de B2C-dienst verricht wordt vanuit een vaste inrichting van de dienstverrichter op een andere plaats dan waar hij zijn zetel van bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, die plaats als plaats van de dienst zal worden beschouwd. Voor B2B-diensten zal vanaf 1 januari 2010 echter als plaats van een dienst de plaats waar de afnemer van die dienst gevestigd is of waar deze zijn vaste inrichting heeft waarvoor de dienst wordt geleverd, beschouwd worden wat een grote wijziging is ten opzichte van de huidige regelgeving. 3.- Veralgemening van de verlegging van heffing Een vaak gehoorde klacht met betrekking tot het huidige systeem is dat de dienstverrichters zich in de lidstaat waar hun btw-belastingplichtige afnemers gevestigd zijn, moeten laten registreren. De nieuwe regelgeving komt hieraan tegemoet door de zgn. verlegging van heffing onder de hoofdregel quasi te veralgemenen. Dit houdt in dat vanaf 1 januari 2010 bij B2B-diensten de afnemer van de dienst zal dienen in te staan voor de voldoening van de verschuldigde btw indien deze een dienst afneemt van een persoon of entiteit die niet in dezelfde lidstaat gevestigd is, behalve indien de dienst in zijn lidstaat zou vrijgesteld zijn van btw. Voorbeeld Indien een in Frankrijk gevestigd juridisch adviseur advies verleent aan een Belgisch bedrijf, zal België als plaats van de dienst beschouwd worden. Het Belgische bedrijf zal er dan toe gehouden zijn de btw te voldoen in haar aangifte. Indien deze Belgische vennootschap echter een beroep doet op een Franse advocaat, zal zij niet gehouden zijn btw te voldoen gezien de diensten van advocaten zijn vrijgesteld van btw in België. Als gevolg hiervan dienen btw-plichtigen die ook niet-btw-plichtige activiteiten (bv. holdings) verrichten voor alle voor hen verrichte diensten als btw-plichtige behandeld worden. Ook niet-belastingplichtige rechtspersonen (bijvoorbeeld overheden) die voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn, zullen als btw-plichtige worden aangemerkt. 4.- Moment van belastbaarheid Een regel die niet leidt tot vereenvoudiging, is de regel die bepaalt dat de btw verplicht verschuldigd wordt op het moment waarop de dienst wordt verricht in geval van verlegging van btw. Vaak zullen de afnemers van de dienst niet weten op welk moment of voor welk bedrag deze diensten aan hen zijn verricht. Dit is immers informatie die voorkomt op facturen van diegene die de dienst verricht. Deze factuur wordt meestal later verstuurd en dus pas nadat de btw reeds verschuldigd is. II.- Uitzonderingen Naar ‘goede’ gewoonte zijn op de hoofdregel een heel aantal uitzonderingen. Zo hebben de lidstaten de mogelijkheid af te wijken van de regelgeving zoals deze door de Europese richtlijn is opgelegd om dubbele belastingen te vermijden. Dit komt het streven naar uniformiteit uiteraard niet ten goede. Ook de uitzonderingen op de hoofdregel zoals die op dit moment nog gelden, blijven in de nieuwe regelgeving vanaf 1 januari 2010 grotendeels behouden. Zo zal als plaats van de dienst nog steeds de plaats waar het onroerend goed gelegen is, beschouwd worden indien het gaat om diensten die betrekking hebben op een onroerend goed. Hier vallen bijvoorbeeld ook diensten van makelaars in onroerende goederen en van experts, diensten die erop gericht zijn de uitvoering van bouwwerken voor te bereiden of te coördineren onder (bijvoorbeeld de diensten verricht door architecten en bureaus die op de uitvoering van het werk toezicht houden). Wij wijzen er op dat op deze uitzonderingen ook de verlegging van heffing niet per definitie van toepassing is. Hier zal vaak gekeken moeten worden naar de regelgeving van de lidstaat zelf. Zo bepaalt de Belgische regelgeving momenteel dat er voor werken in onroerende staat wel degelijk verlegging van heffing is. Deze regeling blijft er van kracht. Voorbeeld Een Belgisch aannemingsbedrijf verricht bouwwerkzaamheden aan een onroerend goed gelegen in Nederland voor een Nederlands bedrijf. De plaats van de dienst zal Nederland zijn en ingevolge de lokale verlegging van heffing zal het Nederlandse bedrijf de btw dienen te voldoen. III.- Teruggaafprocedure Ook met betrekking tot de teruggaafprocedure is een vereenvoudiging nagestreefd. Momenteel is er nog de verplichting om de originele facturen over te maken aan de bevoegde administratie van de lidstaat waarvan de btw wordt teruggevraagd. Vanaf 1 januari 2010 zal het verzoek tot teruggaaf echter elektronisch dienen te worden ingediend. De indiening zal bovendien verricht dienen te worden in de lidstaat van vestiging van de verzoeker zonder dat het vereist zal zijn om steeds de originele facturen over te maken. De administratie van de lidstaat zal het verzoek vervolgens doorsturen naar de administratie van de lidstaat die gehouden is tot teruggaaf van de BTW. De nieuwe regeling voorziet dat de verzoeker binnen vier maanden na indiening van zijn verzoek wordt ingelicht over de goed- of afkeuring van zijn verzoek tot teruggaaf. De effectieve terugbetaling van de BTW zal dienen te gebeuren binnen vier maanden na de goedkeuring van het verzoek. Bij laattijdige betaling zullen verwijlinteresten verschuldigd zijn. IV.- Nieuwe verplichtingen Aangezien vanaf 1 januari 2010 de meeste intracommunautaire diensten in een B2B context voor btw doeleinden zullen geacht worden plaats te vinden in het land van de afnemer en deze laatste via het verleggen van de heffing ook de verschuldigde btw zal dienen te voldoen, werd een nieuwe formaliteit ingevoerd : de listing intracommunautaire diensten. Het valt voorlopig nog af te wachten of de definitieve Belgische wet voorziet dat deze listing maandelijks dan wel per kwartaal zal dienen te worden ingediend. De bestaande listing van intracommunautair goederenverkeer mag verder het grensoverschrijdend dienstenverkeer bevatten. Niettemin zal het enkel gaan om diensten waarop effectief in de lidstaat van de afnemer btw dient betaald te worden. Dit heeft tot gevolg dat elke leverancier zal dienen na te gaan of de dienst in de lidstaat van de afnemer niet vrijgesteld is van btw. Bedrijven die intracommunautaire diensten leveren of ontvangen zullen hun manier van factureren alsook hun boekhoudpakket dienen aan te passen. In afwachting van de definitieve wet heeft de Minister van Financiën reeds een mededeling met betrekking tot de aan te brengen wijzigingen gecommuniceerd. Deze mededeling is te vinden op http://www.bibf.be/Uploads/Documents/doc_2026.pdf Antwerpen, 2 december 2009

Corporate Social Responsibility

Lees meer

Vacatures

  • Advocaten 11
  • Staff
Lees meer