Maatregelen ter bestrijding van de te verwachten milieuvergunningenpiek in werking getreden

In onze nieuwsbrief van 1 juni 2010 berichtten wij u reeds over het voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, wat betreft de invoering van maatregelen tot aanpak van de milieuvergunningenpiek. Dit voorstel van decreet werd op 11 juni 2010 door het Vlaams Parlement goedgekeurd en op 19 juli 2010 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Wij vatten voor u nog even kort de maatregelen samen : 1. De vergunningstermijn van de oorspronkelijke vergunningen wordt (beperkt) hersteld Vergunningen die vóór 1 september 1991 werden afgeleverd, blijven geldig voor de in het vergunningsbesluit bepaalde vergunningstermijn, tenzij deze termijn verstrijkt na 1 september 2016. Indien de oorspronkelijke vergunningstermijn verstrijkt na 1 september 2016 en in geval van onbeperkte vergunningstermijnen vervallen de vergunningen uiterlijk op 1 september 2016. Vergunningen die werden afgeleverd voor de verandering van inrichtingen, die werden vergund vóór 1 september 1991, en die samen met de oorspronkelijke vergunning vervallen, blijven eveneens geldig tot de nieuwe einddatum die de oorspronkelijke vergunning door de maatregel uit het decreet krijgt. 2. Wijzigingen in de behandelingstermijnen voor het hernieuwen van een vergunning De bindende termijnen voor het nemen van een beslissing in eerste aanleg zullen voortaan gelden als termijnen van orde indien de vergunningsaanvraag het hernieuwen van een vergunning als bedoeld in artikel 43 of 44 van het Milieuvergunningsdecreet betreft. Deze maatregel voorkomt dat bij ontstentenis van een beslissing in eerste aanleg, het stilzitten van de vergunningverlenende overheid automatisch zou leiden tot een stilzwijgende weigeringsbeslissing. Verder wordt de termijn, waarbinnen de overheid de vergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig moet verklaren, verlengd van veertien naar dertig dagen. Tot slot is voorzien dat indien de adviesverlenende overheidsorganen en de milieuvergunningcommissies geen advies uitbrengen binnen de voorgeschreven adviestermijnen het ontbreken van het advies niet automatisch als een stilzwijgend gunstig advies wordt beschouwd. 3. Verdere exploitatie tot definitieve uitspraak over de aanvraag tot hernieuwing van een vergunning. De exploitant van een inrichting die de hernieuwing van de vergunning uiterlijk twaalf maanden voor het verstrijken van de vergunningstermijn heeft aangevraagd, mag de inrichting verder exploiteren tot er een definitieve beslissing is genomen over de vergunningsaanvraag, ook al zou de vergunning waarvoor de hernieuwing wordt gevraagd, inmiddels vervallen zijn. Daarenboven krijgen exploitanten de mogelijkheid om de vergunningverlenende overheid te rappelleren indien zij binnen de voorziene of verlengde termijnen geen uitspraak hebben gekregen over hun vergunningsaanvraag. Indien de overheid nalaat om een beslissing te nemen binnen een nieuwe termijn van 120 dagen na het indienen van de rappelbrief, dan wordt de vergunning in eerste aanleg geacht te zijn geweigerd. Tegen deze stilzwijgende weigering staat dan het administratief beroep open. 4. Milieuvergunningendatabank Er wordt een milieuvergunningendatabank bijgehouden door het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Het decreet is in werking getreden op 19 juli 2010 met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de milieuvergunningendatabank. Deze zullen in werking treden op een nader door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.